Schreef bijna twee maanden lang geen blog. Nam tijd voor mezelf en leefde met de vraag: wat gaat er om in de samenleving? De maatschappelijke polarisatie die is ontstaan bracht me niet uit evenwicht. In het verleden stond ik voor hetere vuren. Tweede Kerstdag schreef ik een gedicht over een hoofd met twee gezichten. Het staat hieronder. Daarna volgt een toelichting. Een ieder een goed oud en nieuw toegewenst.
§1 Zelfobservatie
Janus:
Mijn wijken is voor mij niet geweken.
Wijken als wezen.
Wijken als slaaf.
Voor vrees,
met luister zonder gedachten.
Tijdelijk, hopelijk,
zonder ik/gij/ge – weten…
Amnèsia, …am,
am, geen Amen!
Observant:
‘k Moet, ‘k wil, ‘k kan, ‘k zal
vergewissen,
als mens kan ik me vergissen,
slapen met open zinnen,
…en verslapen mezelf,
…en wat van mij afhangt.
Janus tot observant:
Vraag me niet te vragen
naar een antwoord niet gestild;
wel gesteld, welgesteld op voorname troon,
met hoge toon
en spiedende splijtende gespletenheid,
valse, vale, klakkeloze tong.
Moet ik verdoemd, verdomd altijd horen
wat men steeds wil horen? Men? Wie? Wat?
Janus voor zich uit:
Wezen van Stilte en Schijnbaar Niets
vraag me naar verzwegen werkwoorden,
proef mijn nieren.
Ik zal zeggen wat op mijn lever is,
tevoorschijn treden en verder schrijden,
van wat werkelijk was naar wat echt zal zijn.
§2 Toelichting
De beeltenis van de Januskop is algemeen bekend. Uitkomsten van onderzoek naar de oorsprong en betekenis lopen uiteen. Wat Rudolf Steiner er over meldt is ongebruikelijk, maar niet onbelangrijk. Zie enkele door mij naar het Nederlands vertaalde tekst passages.
In een brief aan Rosa Mayreder van 10 september 1891 schreef Rudolf Steiner:
” […] We leven in een ongelofelijke tijd. Iedereen haast zich van levensstijl naar levensstijl. Een drukte van doen. Nerveus. Een tijd waarin niet wordt begrepen dat Janus twee gezichten moet hebben en dat met een vooruitblik alleen dan een nieuwe maatgevende koers kan worden uitgezet als de terugblik helpt om een nieuwe richting voorwaarts steeds met de oude levensgang in harmonie te brengen. […] ”
GA 39, bladzijde 116
Tot arbeiders sprak Rudolf Steiner 13 september 1922 als volgt:
“ […] Door een bepaalde natuurlijke manier van denken wisten de Romeinen iets, wat de latere mensheid niet wist. Met wat we nu aansnijden, benaderen we het. We mogen beseffen dat Romeinen niet dom maar slim waren! Janus betekent januari. Waarom plaatsten ze het aan begin van het jaar? Dat bergt een bijzonder geheim.
Heren, als men ooit zo ver is gekomen om in te zien dat de ziel niet alleen in het hoofd werkt, maar ook in de lever en de nieren, dan kan men ook inzien hoe de dingen door het jaar heen anders zijn. Want als het zomer is, het warme seizoen, staat de werking van de lever op een zeer laag pitje. De lever en de nieren raken dan in een soort toestand van mentale slaap, vervullen alleen hun externe fysieke functies omdat de mens zich dan meer overgeeft aan de warmte van de buitenwereld. Het begint van binnen stil te vallen. In de zomer is het hele spijsverteringsstelsel zwijgzamer dan in de winter. Maar in de winter begint dat spijsverteringstelsel bijzonder mentaal, spiritueel en emotioneel te worden. En wanneer de kerstperiode aanbreekt, de nieuwjaar periode, wanneer januari komt en begint, dan is de mentale activiteit in de lever en de nieren het sterkst. De Romeinen wisten dat. Daarom noemden ze de man met de twee gezichten de januari mens. […] ““ […] Ik zei U al: de oude Jood, die zijn Oude Testament begreep, wist wat betekende: God plaagt je geweten door je nieren gedurende de nacht. Daarmee wordt op een realiteit gewezen. Voor de ziel lijkt het alleen maar gedroom. De Jood beaamde dat God ’s nachts het geweten plaagt met behulp van ’s mens nieren, omdat hij wist dat een mens met zijn ogen naar de buitenwereld kijkt, maar met zijn nieren geestelijke en mentale kwesties naar binnen projecteert en met zijn lever in het innerlijk kijkt.
Dat wisten de oude Romeinen ook. Ze wisten dat er twee mensen zijn: de één die met zijn ogen naar buiten kijkt, en de andere die met zijn lever in de maag naar zijn eigen binnenste kijkt. Met de lever – je kunt dit zien aan de verdeling van alle blauwe aderen – wordt teruggekeken. Daarom neemt de mens zo weinig van zijn innerlijk waar. Net zo min als je ziet wat er achter je is, neemt de lever bewust waar, waar hij werkelijk naar kijkt. De oude Romeinen wisten dat. Ze hebben het zo afgebeeld dat je het niet direct vat. Ze hadden de voorstelling: een mens draagt op zijn schouders naar voren gericht een hoofd en hij heeft een hoofd in zijn onderlichaam. Maar dat is een vaag hoofd dat terugkijkt. Toen brachten ze de twee hoofden samen en construeerden een hoofd met twee gezichten, de een kijkt terug en de ander kijkt vooruit. Dergelijke beelden zijn nog steeds te vinden in Italië. Ze worden Januskoppen genoemd. […] “
GA 347, bladzijde 95, 96 en 97
Op een dag voor Kerst, Dornach, 24 december 1917, zei Steiner tijdens een voordracht het volgende:
“ […] De Romeinen hadden de moed om een oorlogsgod te hebben – Janus – en om de Janus-tempel pas te sluiten als er echt vrede is. (…) Ze hadden de moed om bij hun eredienst aan een van de belangrijkste goden goed onderscheid te maken tussen een toestand van oorlog en vrede. […] “
GA 180, bladzijde 35
Muziek
Hoe waardeert u dit blogartikel?
Dat kunt u aangeven door commentaar te leveren in de onderstaande reactieruimte en/of door te klikken op één van de de iconen hieronder. Zie de kwalificatie die tevoorschijn komt zodra u de muisaanwijzer of uw vingertop op een icoon laat rusten.
Dank je, John. Jij ook een goed en gezond nieuw jaar gewenst.
Dank je John. Ik wens jou een gezond en blij 2021. En dank je voor je verhaal over de Januskop. Weer stof tot nadenken.
Jullie ook bedankt Liesbeth en Ridzerd. Naast een gezond een blij 2021. Ja dat blij is ook belangrijk. Blijer dan nu het geval kan zijn. Het relaas van Steiner over de Januskop is voor mij een eyeopener. Mijn epische taaluiting waarmee het blog begint, berust op een authentieke bewustzijnservaring en levensworsteling. Ze ging vooraf aan mijn recente kennisname van Steiners kijk op ‘een man/vrouw/mens met twee gezichten’. Op dit punt kan ik me goed vinden in de levenshouding en cultus van de oude Romeinen. Soms vraag ik me af of ik misschien zelf ooit geleefd heb als Romein of Griek in de oudheid. Ben weliswaar filosofisch ingesteld, maar vechten – strijden in de ruimste zin van het woord – zit in mijn bloed. Ben geen wildeman, maar wel vurig. Wat in het teken van strijd stond, staat of zal staan heeft mijn actieve aandacht. Dat is dé rode draad in mijn leven.
Strijden zit je in het bloed, schrijf je, John. Nu, dat komt goed uit, want in feite is de hele antroposofie een grote strijd. Wie strijd uit de weg wil gaan, begint er vermoedelijk meestal liever helemaal niet aan.
Ridzerd, bij het schrijven van een antwoord op je opmerking merk ik dat ik het beter kan verwerken in een nieuw blogartikel. Verdient een apart blog. Misschien verschijnt het morgen. Ga er vanavond mee aan de slag.
À propos, komende dinsdagnacht ga ik (als nachtreceptionist) weer aan de slag in een hotel te Bodegraven. Moet echter nog zien of dat hotel genoeg klandizie houdt om tijdens deze lockdown open te kunnen blijven. En wanneer de musea weer opengaan? Joost mag het weten. Hopelijk 19 of 20 januari. Ga heel graag (als bewaker) weer aan het werk in het Japan Museum.
Er zit meer werk aan vast dan ik in eerste instantie dacht. Omdat ik dingen graag grondig aanpak, zal dat blogartikel pas eind deze week verschijnen. Komende zaterdag of zondag, denk ik. Het krijgt de titel Strijd mee. Vormt dan een mooie opstap voor voortzetting daarna van mijn blogserie Wetenschap is ook maar een mening?
Het gaat me toch niet lukken vandaag. Moet iets anders nodig afwerken dat voorrang heeft. Misschien volgt het eind volgende week.
Het Japanmuseum waarin ik in de weekenden, zaterdag en zondag werk is weer dicht. Net nu ze vorige week een mooie nieuwe tentoonstelling hadden opgestart: Sōsaku hanga Creatieve prentkunst uit Japan. De twee hotels waar ik midweeks werk blijven open, omdat daar Oost-Europeaanse gastarbeiders en COA-vluchtelingen worden gehuisvest.
We hebben nu te maken met de omikromvariant. Is die wel dan niet virulenter dan de deltavariant? Als ik het goed begrijp twijfelt Armand Girbes, ic-arts en hoofd van de ic-afdeling in het Amsterdam UMC, aan de noodzaak van lockdown maatregel die het demissionaire kabinet heeft ingesteld. Zie (1) dit nieuwsbericht: Ic-arts kritisch op harde lockdown bij Op1: ‘Er komen niet duizenden op ic’ (Metro Nieuws, 18 december 2021) en (2) deze tv-nieuwsuitzending: Op1, vrijdag 17 december 2021.