
” Diep zijn en diep schijnen. – Wie die weet te zijn, streeft naar helderheid; wie voor de menigte diep wil schijnen, streeft naar duisterheid. Want de menigte houdt alles voor diep waarvan zij de bodem niet kan zien: zij is zo vreesachtig en begeeft zich zo ongaarne te water. “
Vertaler: Pé Hawinkels en Hans Driessen
Uit het boek: De vrolijke wetenschap van Friedrich Nietzsche
§1 Spanning (suspense)
Huiveren, de Engelsen noemen het to shiver. Angst voor het onbekende is een gegeven, vertrouwen stellen in de toekomst een streven.
In het alledaagse bewustzijn van een mens ontstaat vanaf een zeker leeftijd als vanzelf een groeiend zelfbeeld en ik-bewustzijn. Daarmee identificeert hij zich met noties als: ‘zo ben en zo doe ik (nu eenmaal)’ en zo ontstaat een (zelf)verwachtingspatroon. Welbeschouwd kenmerkt het gedrag van een dergelijk gewoon, lager zelf zich zich door grove of subtiele vormen van begeertegloed en zelfzuchtigheid.
§2 Ontwaken
Bij de intrede en werking van het hogere zelf van een mens is een zelfbeeld niet zomaar present. Die moet door eigen inspanning en activiteit worden gecreëerd en geponeerd. Ook voor het hogere zelf is het van belang dat het zich van zichzelf bewust wordt. Niet alleen in het gewone dagelijkse leven, maar evenzo onder bijzondere omstandigheden. Het kenmerkt zich door onbaatzuchtigheid en onzelfzuchtigheid. Mijn zelfbeeld bij mijn hogere zelf luidt:
Stel je voor een mens zonder angst
Stel je voor een mens zonder angst voor het angstaanjagende
Stel je voor een moedig mens
Stel je voor een mens zonder twijfel
Stel je voor een mens zonder twijfel bij (al) het twijfel zaaiende
Stel je voor een zeker mens
Stel je voor een mens zonder haat
Stel je voor een mens zonder haat temidden van haatdragendheid
Stel je voor een liefdevol mens
§3 Signalen en functies
Angst, twijfel en haat hebben bestaansrecht in een mensenleven. Het zijn niet zomaar loszingende of nietszeggende, betekenisloze emoties. Ze zijn ergens in verankerd. Ze kunnen een mens iets leren over wat zich in de wereld en in de eigen persoonlijkheid voordoet. Met recht kan iets angstaanjagend en gevaarlijk heten of een bron van twijfel vormen of met recht haatdragend en hatelijk worden geacht.
Het mag zo zijn dat een kind de wereld in beginsel tegemoet treedt met de idee: de wereld is schoon, de wereld is waar en de wereld is goed, maar evengoed, alle mogelijke voorzienigheid ten spijt, kan dikwijls het tegendeel blijken, dat de wereld onmiskenbaar gruwelijke, onware, onwerkelijke en boosaardige kanten toont. En wie wie ben jij dan, jij met je eigen zelf, je eigen persoonlijkheid? Welke kanten toon jij, wat vindt bij jou weerklank en wat representeer jij?
§4 Weegmomenten, kruispunten en afslagen
En wat als er momenten zijn dat ik leef zonder zelf zelfbewust aanwezig te zijn, als ik verglijd in een staat van pure waarneming of gewaarwording zonder (eigen) gedachtenvorming? Als er dus korte ogenblikken optreden dat ik als het ware even inslaap of wegdroom, terwijl ik onbewaakt ergens toch nog wakker ben. Zijn dat dan momenten dat ik leegstroom en vervolgens geobserdeerd en bevangen raak door verdrongen indrukken, pijnlijke herinneringen, wanen en dwanggedachten? Of zijn het ogenblikken dat ik me geïnspireerd en vrij gesterkt kan wenden tot nieuwe vergezichten en mijn aandacht kan vestigen op weer nieuwe leerzame bijzonderheden?
Gaat het dan om een staat van zijn of niet-zijn waarin mijn bewustzijn – heimelijk gemonitord door een dubbelganger of wachter – wordt gevuld met inhouden en invloeden die mij uitspreken, veroordelen, berechten of manen met een oordeel (verdict) over wat ik eigenlijk zelf niet wil of van mezelf niet meer mag, maar kennelijk dan toch (nog) doe of gelukkig inderdaad juist niet meer doe?
Is dat dan een wachter-aan-de-drempel-ervaring die mij terugwerpt op mezelf of juist verder toegang tot een nieuwe zijnstoestand verleent met het appél: (1) wordt sterker en vasthoudender met hoe je al aan het worden bent en (2) ontken niet hoe je nog steeds bent of hoe je nog steeds zou kunnen zijn!
§5 Gebrek
Stel je voor een mens vol angst
Stel je voor een mens angstig voor het angstaanjagende
Stel je voor een laf mens
Stel je voor een mens vol twijfel
Stel je voor een mens twijfelend bij al wat twijfel zaait
Stel je voor een onzeker mens
Stel je voor een mens vol haat
Stel je voor een hatelijk mens temidden van haatdragendheid
Stel je voor een kwaadwillend mens
§6 Muziek (met zangtekst)
Hoe waardeert u dit blogartikel?
Dat kunt u aangeven door commentaar te leveren in de onderstaande reactieruimte en/of door te klikken op één van de de iconen hieronder. Zie de kwalificatie die tevoorschijn komt zodra u de muisaanwijzer of uw vingertop op een icoon laat rusten.
Dit blogartikel is geschreven naar aanleiding van paragraaf 4 van mijn rubriek Aforismen. In die zin is het een uitwerking van die paragraaf.
Dat zijn de grote vragen die een leven “of levens lang” de weg markeren.
Dag John,
Ik heb ooit eens ergens de drieheid ’twijfel, onzekerheid en angst’ aangetroffen of van iemand vernomen met de volgende verbindingen:
– ’twijfel’ verbonden aan het denken;
– ‘onzekerheid’ verbonden aan het voelen;
– ‘angst’ verbonden aan het willen.
Daarom voelde voor mij het begrip ‘haat’ in jouw drieheid samen met, ook bij nader mediterend beschouwen en invoelen, van een iets andere kwaliteit dan twijfel en angst.
Men kan in gedachten twijfelen OVER……
Men kan zich ergens onzeker OVER voelen……
Men kan angst hebben VOOR…..
Echter: men richt haat TEGEN iets of iemand……naar ‘buiten’….
Ik voel tegengestelde innerlijke bewegingen.
Dit wil niet zeggen dat ik het goed aanvoel; wel iets verschillend.
Dag Frans,
Met de fenomenen in tritsvorm angst, twijfel en haat sluit ik aan bij de inhoud van Rudolf Steiners Esoterische cyclus, die esoterische cyclus welke 30 voordrachten bevat die Rudolf Steiner in 1924 hield in het kader van de heropgerichte Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap. In feite gaat het daarbij om drie wezens: het wezen van de angst, het wezen van de twijfel en het wezen van de haat. Drie bovenzinnelijke wezens waarmee een mens in zijn leven flink te stellen heeft. Neem daarbij in ogenschouw dat naast drie uitwaartse ook drie binnenwaartse vormen van angst, twijfel en haat bestaan: zelfangst, zelftwijfel en zelfhaat.
(Alles)overheersende twijfel, zich bijvoorbeeld uitend in twijfelzucht en een zwak of gebrekkig oordeelsvermogen, kan een mens danig onzeker maken.
Het is moeilijke en subtiele materie. Dank je voor je interessante opmerking en gezichtspunt.
Op dit moment ben ik bezig met een vertaling van een kort hoofdstuk van een boek van Ernst Uehli, een leerling van Rudolf Steiner. Dat boekwerk gaat over de operawerken van Richard Wagner. Daarin behandelt hij ook diens De Vliegende Hollander en dat is wat ik uit dat werk, Die Geburt der Individualität aus dem Mythos als künstlerisches Erlebnis Richard Wagners, voor een volgend blogartikel ter hand neem; het De Vliegende Hollander motief. Dat artikel zal aanhaken op de drempelervaring die in het huidige artikel, Lager en hoger zelf, aan de orde is gesteld.