§ 1 Abstract uit het niets?
Als mij naar de abstractiegraad van antroposofie wordt gevraagd krab ik aan mijn achterhoofd. Antroposofie veronderstelt en vergt een flinke en intense hoeveelheid zintuigvrij denken, zoals dat bijvoorbeeld ook bij wiskunde het geval is. Maar onstoffelijkheid en het onzichtbare kan niet zomaar werkelijkheidswaarde worden ontzegd.
§ 2 Ingang
Ondanks het feit dat menigeen ze aanvankelijk nog niet kan zien, kan een mens bovenzinnelijke werkelijkheden beleven; werkelijkheden die van betekenis voor hem zijn. Door ontwikkelen en uitwisselen van voorstellingen, begrippen en ideeën met betrekking tot metafysische werkelijkheden, wordt de aandacht nader op die werkelijkheid gericht en opgemerkt. In mijn adolescentiefase, de levensfase waarin men logisch leert denken, beschouwde ik metafysische begrippen die op aanvankelijk onzichtbare werkelijkheden wijzen niet als elementen of bouwstenen van een louter woordenspel, pure abstracties en wereldvreemde bedenksels. Naar mijn vaste overtuiging moesten metafysische begrippen betrekking hebben op een ware werkelijkheid, anders zouden ze niet bestaan. Zo denk ik er nog steeds over. Dat is mijn ingang tot geesteswetenschap. Daarom is het niet verwonderlijk dat De Filosofie van de vrijheid*1 het eerste boek was dat ik van Rudolf Steiner bestudeerde. Mijn vertrouwen in de kwaliteit en omvang van het menselijk denken is groot en onwankelbaar.
§ 3 Concretiseren
Het is van belang om zinvolle en reële verbanden tussen het zichtbare en onzichtbare bloot te leggen. Te Berlijn op 23 april 1914 deed Steiner de volgende uitspraak:*2
[…] Ik heb nooit de gewoonte gehad om met u te spreken in abstracties en speculaties, maar ik heb altijd geprobeerd om concrete spirituele feiten naar voren te brengen, die voor de mens tevoorschijn treden als hij de aangegeven ontwikkelingstrappen van geestelijk inzicht bereikt. […] “
Zo ervaar ik het van begin af aan tot op de dag van vandaag. In een andere voordracht met zijn aandacht specifiek op de menselijke psyche gericht drukte hij het als volgt uit:*3
” […] En het hoogste wezensdeel van de menselijke ziel, dat deel waarin vooral het denken dat op zichzelf is gericht, het volledige zelfbewustzijn van de mens, waarin het zuiverste ik-gevoel en ik-bewustzijn tot uitdrukking komt, noemen we in de geesteswetenschap de bewustzijnsziel. Maar we spreken niet over deze drie wezensdelen (1. gewaarwordings-, 2. verstands- en gemoeds- en 3. bewustzijnsziel; J.W.) alsof het om abstracties gaat of om willekeurig opgezette concepten en ideeën: We spreken niet over abstracties of over willekeurig opgezette concepten en ideeën, we zien tegelijk in de historische ontwikkeling van de mensheid deze drie zielelagen (basiscomponenten van de psyche; J.W.) zich geleidelijk aan ontvouwen. […] “
§ 4 Positie
Hoewel er, als het om bepaalde onderzoeksvelden gaat, zekere raakvlakken bestaan tussen antroposofische geesteswetenschap en hedendaagse academische geesteswetenschap (alfa en cultuurwetenschappen)*4, dienen ze toch scherp van elkaar te worden onderscheiden. En uitdrukkelijk dient antroposofische geesteswetenschap*5 niet verward te worden met spiritisme of deuteroscopie (tweede gezicht) en aanverwante praktijken en stromingen. Rudolf Steiner in 1914:*6
” […] Van materialistische zijde bestrijdt men de geesteswetenschap. Maar men zal zien dat overal waar de geesteswetenschap er niet in slaagt op te staan er spiritistische verenigingen en kringen worden gevormd! Filosofen en lieden met een materialistische wereldbeschouwing zijn de vaders van het spiritisme. […] “
Verwijzingen
- De filosofie van de vrijheid
Rudolf Steiner
Uitgeverij Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, 1998 - Geisteswissenschaft als Lebensgut
Rudolf Steiner
Die sittliche Grundlage des Menschenlebens
Achtste voordracht (citaat op bladzijde 272/273)
Berlijn, 12 februari 1914
GA 63; bladzijde 261 t/m 291
Rudolf Steiner Verlag, 1986 - Geisteswissenschaft als Lebensgut
Rudolf Steiner
Voltaire vom Gesichtspunkte der Geisteswissenschaft
Negende voordracht (citaat op bladzijde 295)
Berlijn, 26 februari 1914
GA 63; bladzijde 292 t/m 326
Rudolf Steiner Verlag, 1986 - Academische geesteswetenschappen (Studia Humanitatis)
Wikipedia - De Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap
Antroposofische Vereniging in Nederland - Geisteswissenschaft als Lebensgut
Rudolf Steiner
Geisteswissenschaft als Lebensgut
Twaalfde voordracht (citaat op bladzijde 423)
Berlijn, 23 april 1914
GA 63; bladzijde 397 t/m 430
Rudolf Steiner Verlag, 1986
Het onsterfelijkheidscomité: wetenschap en het wonderlijke streven de dood te overwinnen
John Gray
Uitgeverij Ambo | Anthos, 2011
De dood voor de gek houden
John Gray
De Groene Amsterdammer, 16 maart 2011
Muziek
Hoe waardeert u dit blogartikel?
Dat kunt u aangeven door commentaar te leveren in de onderstaande reactieruimte en/of door te klikken op één van de de iconen hieronder. Zie de kwalificatie die tevoorschijn komt zodra u de muisaanwijzer of uw vingertop op een icoon laat rusten.
Je hebt er wel werk van gemaakt, John. Waar haal je de energie toch vandaan om naast het werk in het museum en in een hotel zoveel dingen te bestuderen?
Graag gedaan. Eigenlijk geeft het schrijven en studeren me juist energie, Ridzerd. It’s keep me ticking (heartbeats).
Ik wou dat ik dat ook zeggen kon. Ik heb niet zo veel zin meer aan lezen. Het plaatsen van de citaten vind ik nog wel leuk.
Naar muziek luisteren is ook prachtig en goed voor de gezondheid, Ridzerd. En dat doe je naar hartelust, begrijp ik. En verder je kleinzoon en dochter natuurlijk!
Naar muziek luisteren niet eens zo heel veel, John. Meer zelf spelen. Ik moet van mijzelf elke dag een half uur op de gitaar oefenen en een half uur of het keyboard. Dat doe ik altijd wel graag. Alleen op drukke dagen of als ik te moe ben, sla ik het wel eens over.
Dat is discipline en een goede gewoonte. En liefde voor de muziek. Mijn petje af, Ridzerd. Zelf zat ik als tiener een blauwe maandag op gitaarles en nog altijd kan ik geen noot lezen, laat staan spelen. Het enige instrument waarmee ik echt geëxperimenteerd heb is de eigen stem. Maakte zelf een paar (zang)liedjes. Bij de hoge tonen gaat het mis, slaat ze over. Zangles of (mee)zingen in een koor had gescheeld. Nou ja, je kan niet alles hebben. Boudewijn de Groot kan het wel zeggen, die heeft wel een stem als een nachtegaal: Boudewijn de Groot – Nachtegaal (Youtube).
En nu ga ik een documentairefilm bekijken over de twee atoombommen die de Amerikanen op twee Japanse steden gooiden om de Tweede Wereldoorlog, de Pacifische Oorlog, te beëindigen en een nieuwe hegemonie te vestigen: Twice – The Extraordinary Life of Tsutomu Yamaguchi (Netflix). Vanaf aanstaande vrijdag is daarover in het Japanmuseum een speciale tentoonstelling: De bom. 75 jaar na Hiroshima en Nagasaki (Japanmuseum, 25 september 2020 t/m 17 januari 2021). Leerzaam.
Hoi John
Zoals gebruikelijk heb je hier goed over nagedacht en goed je bronnen bestudeerd
Chapeau
Groet Denny
Dag Den,
Dank je. Doet me goed. Ja die bronnen zijn natuurlijk ook belangrijk. Neem bijvoorbeeld die verwijzing bij noot 6, dat artikel van John Gray in de Groene Amsterdammer in relatie tot het laatste steinercitaat in paragraaf 4, Positie. Dat boek van Gray (Het Onsterfelijkheidscomité) las ik jaren geleden met veel belangstelling.
Kind greetings,
John