§ 1 Weegpunt
Om goed te kunnen spreken of schrijven moet je tegelijk krachtig kunnen zwijgen. Welbewust en beslist. Dat vereist een innerlijke activiteit. Een welbespraakt mens heeft op zeker moment echt iets te melden als hij zich, in tegenstelling tot een kletsmajoor, toelegt op stille, voorzichtige bedachtzaamheid. Een mens is vatbaar voor indrukken. De hele dag door doet hij indrukken op. In die zin is hij zoals met een mooi woord ook wel wordt genoemd impressionabel. In bijzonder sterke mate is dat bij mij het geval.
§ 2 Evaluatie
Als ik terugkijk op mijn leven, daartoe zijn de meeste mensen zeker geneigd als ze de zestig zijn gepasseerd, valt me een zeker spanningsveld op. Enerzijds was ik al als kind bedachtzaam ingesteld, anderzijds was ik van vroeg af aan, aanvankelijk latent en gaandeweg manifester, een uitgesproken driftkop. In mijn geval hangt dat met temperament en conditionering samen; mijn individuele kwaliteiten in directe samenhang met (1) erfelijkheidsfactoren, (2) leefmilieu en (3) levensverwikkelingen. Tegenwoordig, ik moet zeggen vooral de laatste jaren, speelt mijn drift vooral op wanneer een breed scala aan vaste gewoonten gebed in mijn dagelijkse levensverrichtingen, verhinderd lijken of daadwerkelijk gedwarsboomd blijken. Karakterologisch bezien neemt dat voor een medemens, moedig kijk ik in een spiegel, mea culpa, de gedaante aan van een moeilijk te hanteren en lastig te plaatsen eigenzinnig en eenkennig persoon; ongemakkelijk in omgang. Voordien droeg mijn driftleven een dierlijker karakter. Werd in ieder geval kuiser.
§ 3 Dichterlijke weergave
Halverwege mijn levensloop schreef ik twee korte gedichten die op de inhoudselementen van de bovenstaande levensevaluatie slaan. Het eerste gedicht (Zegel) verwoordt en verbeeldt de kracht van bedachtzaamheid die gestremd of gestrand lijkt; het tweede (Mars) de woede van een geketende, die alles wil trotseren, getergd en vertoornd, alle mogelijke krenkingen en stremmingen meer dan zat.
Zegel
Ik weet dat mijn woorden gevallen zijn
op steen.
Ik weet dat ik wacht, wachten moet,
iedere dag opnieuw.
Sluit zich mijn mond
opent mijn oor oren.
Met mijn vingers tast ik af
wat nog niet uitgesproken is.
Verward, vermoeid,
geduld.
Ik word beluisterd,
ben alleen.
Zwijgen
of terechtertijd spreken?
Vrijheid!
Mars
Wanneer een mens zich dwingt tot een gerechtelijke klank,
tumultueus en driftig,
tot kwaad geneigd en giftig,
weet ik dat mijn demon spreekt op drassige bodem
en niet zinkt
…en niet zingt.
Hoe zou dat ook kunnen?
Hoe zou een mens die zichzelf niet horen mag,
iedere keer weer door de knieën willen gaan
om nooit en te nimmer zelf op te kunnen staan?
Er breekt niet wat is
zonder geluid
Er kent niet wat weet
zonder mijn gang.
De lach van mijn Venus
is
waarnaar ik verlang!
§ 4 Bezegelen en ontzegelen
Hoe lang ik nog te leven heb, weet ik niet. Het kan zomaar gebeurd zijn. In ieder geval komt het er nu voor mij op aan om bedachtzaamheid, een aangeboren karaktertrek die diep in me leeft, in deze turbulente tijd vrij baan te geven en om te zetten in een goede gewoonte. Winst die ik heb geboekt op het terrein van goede zeden, zal daarbij helpen. Vrije kuisheid en vruchtbare, zelfbewuste denkkracht treden in het echt.
Muziek
Hoe waardeert u dit blogartikel?
Dat kunt u aangeven door commentaar te leveren in de onderstaande reactieruimte en/of door te klikken op één van de de iconen hieronder. Zie de kwalificatie die tevoorschijn komt zodra u de muisaanwijzer of uw vingertop op een icoon laat rusten.
Graag gelezen, John. Ik vind autobiografische beschrijvingen vrijwel altijd interessant.
Dank je, Ridzerd. Het is een genre dat mij ook aanspreekt.