§1 Gedicht Bron Stilte in mij,verwijd, verstild, verwacht,uit een wel die opwelt,terwijl Ik nader komt en gadeslaat. Eerst rimpeloos en vlak,dan rimpelend tot golfslag.Nieuw gestemde spraak verrijst,meer dan spiegel, beeltenis, ikzelf. Mag Widar met mij zwijgen…en dan tezamen spreken, wellicht?Wel Licht!Verweesd en niet verbolgen, verwijd en vrij. (J.W. – Rotterdam, 11 juli 2021) §2 Bespiegeling…